Duizend Kastanjebomen

Autobiografische roman over het leven van Anna, een jonge Amerikaanse. Haar moeder, geboortig uit Korea, is zeer spaarzaam met informatie waar het haar familie en geboorteland betreft. Dit wekt bij de hoofdfiguur het verlangen zelf op onderzoek uit te gaan. Zij vertrekt naar Korea. Heden en verleden vloeien in elkaar over. Door de structuur van het boek - vijf delen met drie verschillende ik-figuren - duikt de lezer het verleden van Korea in om via de moeder (haar jeugd in de jaren '30), de grootvader (de Japanse bezetting in het begin van de eeuw) en wederom de moeder (de Koreaanse oorlog) samen met Anna boven te komen in het Seoul van 1987, dat zich voorbereidt op de Olympische Spelen. Thema's als het zoeken naar je identiteit als halfbloed in een nauwelijks te overbruggen culturele kloof tussen Oost en West, en respect voor 'de ander' en 'het andere' worden met veel gevoel voor nuance uitgewerkt. Informatie over oude relaties en over de huidige manier van leven vormen voor Anna een en al teleurstelling. Geeft een goed beeld van het hedendaagse Zuid-Korea en haar wordingsgeschiedenis.